Ik zit in bad en de raam staat open.
Ik hoor het geluid van een vogel dat zijn lied zingt.
Ik hoor hem goed. Dan vervaagt zijn geluid. Een luide donder komt erdoor.
Het is het gedonder van de auto's die ruisen in het verkeer.
Ik laat ze voor wat ze zijn.
Ik luister naar het ruisen van de wind.
Heftig gaat die wind heen en weer te keer.
Ik adem mee met de wind.
In en uit en in en uit.
In het bad maak ik golfjes met mijn adem.
De golfjes gaan op en neer en op en neer.
Ik hoor een sjamaan in me en hoor de roep van de sjamaan.
Hajahé, hajahé, hajahé.
Haar stem komt vanuit mijn buik helemaal naar boven toe.
Het zet een fontein van creativiteit bij mij open.
Ik hoor haar roep
en ik volg haar zang, Ik hoor haar roep en volg haar lied.