Rabarber is altijd al een betoverende groente geweest. Eentje uit de sprookjes waar kabouters onder schuilen bij regenweer. Het blad is zo groot met de dikke nerven erin, dat diezelfde kabouters er op gaan springen, net als op een trampoline om daarna heerlijk van die stengel af te glijden. Deze stengel zit vol vitaminen en mineralen om je lichaam gezond en fit te houden. Het blad eet je niet mee op. Dit gerechtje is heerlijk fris op een warme lentedag of kan je heerlijk warm maken op een frisse lentedag.

Ingrediënten:

600 g rabarber
1 peer
1/5 mango of een halve peer
Het sap van één appelsien
6 blaadjes boerenwormkruid
42 g rietsuiker en een scheutje of twee agavesiroop
200 ml vanillevla
90 ml amandelcrèmeyoghurt

Bereiding:

Was en schil de rabarber en de peer en snijd in stukken.
Snij een beetje mango in stukken.
Was het boerenwormkruid.
Pers het sap uit de appelsien.
Breng de rabarber, peer, mango, het appelsiensap en 6 blaadjes boerenwormkruid met de suiker aan de kook. Voeg er eventueel nog een scheut agavesiroop aan toe, wanneer je vindt dat de moes te zuur is.
Eens het kookt, zet het vuur op een laag pitje en laat sudderen tot het mengsel moes is geworden.
Laat de moes afkoelen wanneer hij klaar is en terwijl maak je de vanillevla. Dit kan je recht uit een pakje doen of kan je op de traditionele wijze maken.
Wanneer afgekoeld, doe je de moes, de vla en de amandelyoghurt in de blender en blend tot je een gadde crème krijgt.